De uitverkorene

Fayza groeit op in een grote Berberse familie in het noorden van Marokko. Op haar vijftiende komt ze als importbruid in Amsterdam terecht, om tot haar verbijstering te moeten samenleven met een oerconservatieve echtgenoot en zijn dito familie,die haar opsluiten, als een Assepoester misbruiken en mishandelen.Door de uitzichtloze situatie krijgt Fayza lichamelijke klachten en wordt ze kortademig.In eerste instantie verbiedt haar echtgenoot haar om naar een dokter te gaan, maar als hij hoort dat ze door haar ziekte in aanmerking kunnen komen vooreen mooiere huurwoning maakt hij direct gebruik van de situatie. Ook op andere momenten verbaast Fayza zich erover hoe handig haar familie de wet weet te misbruiken.Wanneer Fayza jaren later letterlijk aan het einde van haar krachten is, vlucht zij met haar kinderen. Via opvangcentra slaagt ze erin om zich aan de tirannie van haar echtgenoot te ontworstelen en van hem te scheiden.