Doorgaan naar inhoud

De vier elementen

Moeders van de wereld

De vier elementen - Theophrastus Paracelsus
Paperback

Koop Tweedehands

Laatste exemplaar reeds verkocht.

Houd me op de hoogte!

Ontvang een e-mailbericht zodra dit boek weer tweedehands leverbaar is.

Koop NieuwWeb only

Niet nieuw beschikbaar.

Omschrijving

In de zesde eeuw voor Christus zochten tal van natuurfilosofen naar de ene oerstof waaruit de kosmos zou zijn ontstaan: het water (Thales), de lucht (Anaximenes), het vuur (Heraclitus). Empedocles was de eerste die vuur, water, lucht en aarde als gelijkwaardige basisstoffen naast elkaar stelde en daarmee de leer van de vier elementen grondvestte. Aristoteles bouwde deze verder uit en gaf er de vorm aan die tot in de tijd van Paracelsus en later van invloed zou zijn.
Ook Paracelsus houdt vast aan de vier elementen, echter niet aan de materialistische interpretatie daarvan die in zijn tijd gebruikelijk was geworden. De elementen zijn voor hem 'zielen' of 'geesten'. Het water dat we kunnen zien, is niet het element, maar slechts het lichaam ervan; de geest daarin is het eigenlijke element. En de elementen zijn moeders; ze brengen vruchten voort: de aarde het plantenrijk, het water het mineralenrijk, de lucht manna en dergelijke, de hemel sterren en planeten en alle meteorologische verschijnselen. Alles is een organisch gebeuren.
Naast, of dwars op de vierdeling is er een driegeleding: alles bestaat uit de drie oerkrachten of basisstoffen sulfur, mercuur en sal. Omdat de elementen en de oerkrachten nauw met elkaar verweven zijn, brengt De Woudezel tegelijkertijd met deze uitgave over de vier elementen een boek van Paracelsus over Sulfur, mercuur, sal uit.
Een inleidend artikel over beide onderwerpen vindt u hier.

Deze uitgave omvat twee boeken: De filosofie van de voortbrengselen en vruchten van de vier elementen en De vruchten van de hemel. Het eerste is een soort natuurgeschiedenis van de wereld, inclusief plantensystematiek en kleurenleer gebaseerd op de drie oerkrachten, met uitstapjes in het bovennatuurlijke. 'Systematiek' is uiteraard met een korrel zout te lezen, want systematiek is Paracelsus zijn zaak niet. Het zou een boeiende onderneming zijn om uit de overvloed aan gegevens het eraan ten grondslag liggende systeem naar voren te halen, voor zover dat mogelijk is.

Terwijl dit boek kennelijk snel is neergeschreven en een eindredactie achterwege is gebleven, is het Liber Meteororum (De vruchten van de hemel) beter uitgewerkt, maar aan de andere kant beperkter in zijn reikwijdte: het gaat slechts over één element, de hemel, door anderen meestal vuur genoemd. Het lijkt een soort antwoord op de Meteorologie van Aristoteles. En uiteraard krijgen ook hier de elementalen en het bovennatuurlijke een plaats in het gebeuren, zoals de pennaten die met bliksems naar de mensen schieten.

Aristoteles heeft, nadat eenmaal de gigantische afstanden in de ruimte waren gebleken, de meteorologie beperkt tot het ondermaanse, terwijl achter de Maan voor hem de sfeer van het eeuwige begint, het werkterrein van de astronomie. Voor Paracelsus daarentegen zijn juist de sterren de bron van alle meteorologische verschijnselen. 'Alles is meteorisch en tegelijk astronomisch', zegt hij, met het verschil dat de onzichtbare werkingen onderwerp van de astronomie zijn (zie het ens astrale in het Volumen paramirum), terwijl de zichtbare werkingen tot de meteorologie behoren. Hij beschrijft uiterst plastisch hoe in de sterren alchemische processen plaatsvinden, waarbij winden, bliksems enzovoorts door Vulcanus uit sulfur, mercuur en sal worden gaar gestoofd.

Maar – wat bedoelt Paracelsus wanneer hij 'ster' zegt? Ergens anders geeft hij een aanzet tot een antwoord: "Iedere ster aan de hemel is niets anders dan een in geestelijke vorm gegroeid kruid, dat lijkt op een of ander soort kruid bij ons op aarde; alleen de sterren staan er als een chaos. U kunt het vergelijken met een arts en alchemist die de geest uit absint-alsem distilleert: bladeren, wortels en alles wat tastbaar en stoffelijk is, wordt dan door de scheidekunst afgebroken, maar de geest behoudt niettemin de vorm en beeltenis van het kruid – echter alleen in geestelijke vorm, zodat bladeren, takken, twijgen, wortels van de hele absint-alsem geestelijk verschijnen: op deze wijze zijn ook de sterren in de hemel gegroeid. (...) De sterren zijn dus [voor de kruiden] wat de gietvorm voor een kanonskogel is, namelijk het model waarnaar de kogel wordt gevormd."


Specificaties



Recensies

Gemiddelde waardering

Nog geen beoordelingen

Plaats een beoordeling

Recensies van onze lezers

Beoordeel dit boek als eerste!

Om een recensie te schrijven moet je zijn.