Doorgaan naar inhoud

Moord in de Rocky Mountains

Duik mee terug in de tijd naar het ongetemde Amerika.
Een serie avonturenromans over de verovering van Noord-Amerika in de 19e eeuw.

Het indiaanse meisje Espenblad ontvlucht de blokhut van de wrede bontjager John Clarkin aan wie zij is uitgehuwelijkt. Met de hulp van de twee jonge beverjagers Alan en Fred ontdekt zij Clarkins geheim.

Als je tegenwoordig door de Rocky Mountains trekt, bijvoorbeeld vanuit de nog steeds bosrijke Black Hills tot Seattle aan de westkust, ben je zo'n achttien uur met de auto onderweg. Wegwerkzaamheden op de Interstate route 90 vormen de voornaamste ergernissen onderweg.
Dat was wel anders voor de jagers die in 1830 de Rocky Mountains introkken om bevers te vinden.
Bevervellen waren in het begin van de negentiende eeuw erg in trek omdat de hoge hoeden die toen in de mode waren, van beverbont gemaakt werden. Toen de blanken zich aan de noordoostkust van Amerika vestigden, werd overal op bevers gejaagd. Die waren al snel zo schaars dat de jagers steeds woestere streken in moesten trekken.
Zo werden de Rocky Mountains hét gebied waar op bevers gejaagd werd. Normale mensen vonden die streek te gevaarlijk om er doorheen te reizen of er zich te vestigen. Het berggebied van de Flathead- en Blackfoot-Indianen was levensgevaarlijk. Alleen Mountain Men die de kunst van het overleven tot in elke vezel van hun lichaam beheersten, hadden daar een kans.


Beschikbaar als