Doorgaan naar inhoud

Heb jij wel roeping?

Als zijn zusje Greetje, bijna zeven jaar oud, aan jeugdkanker sterft, is Theo van Amerongen zestien. Hoewel hij van plan was natuurkunde te gaan studeren, gaat hij twee jaar later naar het seminarie. Hij wil priester worden.
Zijn geloof in God en in het leven na de dood is dan nog uitgesproken kinderlijk. Maar dat verandert radicaal tijdens de zesjarige studie filosofie en theologie. De God met wie hij is grootgebracht, met wie hij probeerde om te gaan, naar wie zijn zusje Greetje is gegaan, die God verliest hij definitief op het seminarie. Zijn geloof wordt meer en meer verbonden met een politiek engagement. De radicale keuze van Jezus voor de zwakke en gemarginaliseerde spreekt hem aan.
In 1967 zal hij tot priester worden gewijd. Maar hij zit vol klemmende vragen. Kan hij nog wel bidden? Kan hij met zijn geloof in het pastoraat tot zijn recht komen? Wil hij wel celibatair leven? Terwijl zijn parochiekerk verbouwd en ingericht is voor zijn eerste mis en zijn moeder een nieuw mantelpakje voor het priesterfeest heeft gekocht, besluit hij zeven weken voor de wijding om zich niet te laten wijden. Wat nu?

In ¿Heb jij wel roeping?¿ blikt Theo van Amerongen (1942) terug op zijn leven. Rode draad is zijn kritische verhouding met het geloof. De katholieke jongen die priester wilde worden, laat zich niet wijden, rondt zijn studie theologie in Nijmegen af en wordt de eerste ongewijde pastor in de geschiedenis van de katholieke kerk. Als catecheet en later als docent bevrijdingstheologie blijft hij op zoek naar een geëngageerde vorm van geloven.


Beschikbaar als