Doorgaan naar inhoud

Erea, De poort naar het oosten

De poort naar het oosten is het tweede deel in Mark van Dijks EREA-trilogie DE WERELD VAN DE DRIE MANEN.

Een fascinerend verhaal over magie in een andere tijd en een andere wereld, over de geheimzinnige runen op de middelsteen van de druïden¬cirkel, die slechts oplichten als de drie manen in één lijn staan. Thurisaz, de held van deze trilogie, heeft ze op die bewuste nacht gezien, en vastge¬legd op een stuk perkament. Maar hij kan ze ontcijferen noch begrijpen.

Het geheim van de Runensteen is het eerste deel in de EREA-trilogie De Wereld van de Drie Manen.
Een fascinerend verhaal over magie in een andere tijd en een andere wereld, over de geheimzinnige runen op de middelsteen van de druïden¬cirkel, die slechts oplichten als de drie manen in één lijn staan. Waarom wil de duistere broederschap juist deze steen uit de druïdenschool stelen? En wat is de rol van die groene amulet, die Thurisaz in het wrak van een ruimteschip vindt, en van Thor, het vreemde begeerte-wezentje dat Thurisaz op een dag van de wijze vrouw Marit krijgt?

Deel II van de trilogie Erea - De wereld van de drie manen toont ons Thurisaz, de hoofdpersoon, als een jonge held, op zijn merkwaardig voorbestemd pad. Hij ziet zijn geboortestreek weer, maar niet om een vrolijke reden: zijn grootvader Othila is stervende.
Hij leert magie van Marwyn, een onsterfelijk elfenwezen. Hij ontdekt het complot van koning Hagalaz, de vader van Laslo, aan wie hij vanaf het eerste moment op de Academie een hekel had. Hij reist mee met nomaden-elfen en de avonturen die hij meemaakt in Lūfēng zijn gewoon heftig. Hij ontmoet Fenrir de oerwolf, die geketend ligt in de grot waarin hij schuilt voor zijn achtervolgers. En wat te denken van zijn ontmoeting met een koninklijke reuzenadelaar, die begon als een bloedstollend gevecht, maar eindigt in wederzijdse bevrijding?

Aangrijpend ook is het moment dat de zwak geworden Othila hem vertelt van de voorspelling van Yggdrasill, de draak. 'Je staat bij mij in het krijt, Othila, maar niet jij zult die schuld inlossen.'
Thurisaz weet dat dat verband houdt met zijn opdracht. Met een brok in zijn keel zegt hij tegen Othila: 'Ik heb de grote runensteen gezien op het moment dat de drie volle manen in één lijn stonden. Het was lastig ze te ontcijferen. Ik heb de runen later op perkament getekend, maar ik ben er niet veel wijzer van geworden.'
Othila leest wat hij geschreven heeft, plooit met moeite een glimlach op zijn verweerde gelaat en fluistert: 'Vind de sleutel ervoor die verborgen ligt in het hart, mijn jongen' - waarna hij zijn laatste adem uitblaast.

'Ik kan jou natuurlijk ook zomaar van mijn rug afwerpen, als je zo onbeschoft tegen me blijft praten.' Thurisaz schrikt even van haar reactie en houdt gauw met beide handen de zadelknop vast. 'Ik wilde je niet beledigen,' zegt hij snel. 'Ik wil je alleen maar beter leren kennen.'
De adelaar gooit even haar kop naar achteren. 'Kennen, kennen... jullie kennis bestaat voornamelijk uit onnodig veel praten. Het enige wat tot nu toe de moeite waard is geweest om naar te luisteren zijn elfenliederen.'
Dit kon Thurisaz moeilijk tegen- spreken. Hij had tenslotte nooit elfen horen zingen.
'We zijn er. Houd je goed vast, dan ga ik landen. Je bezoekt jouw groot- vader geen moment te vroeg. Zijn einde nadert!'


Beschikbaar als