Doorgaan naar inhoud

Nevel

Miguel de Unamuno y Jugo (1864 - 1936) was een van de meest prominente, veelzijdige en tegendraadse Spaanse intellectuelen en schrijvers in de eerste decennia van de twintigste eeuw, een periode die wel de Zilveren Tijd van de Spaanse letteren wordt genoemd. Hij was Rector van de Universiteit van Salamanca, waar hij onder meer befaamdheid verwierf door zijn verzet tegen Franco. Unamuno schreef toneel, gedichten, filosofisch werk en romans. Nevel (1907, gepubliceerd in 1914) is na Liefde en pedagogiek de tweede van een serie van vier ideeënromans waarmee Unamuno zich afzette tegen de traditionele romankunst. In dit boek lanceert hij zelfs een nieuwe term voor zijn romans: 'nevellen'. Bepaald vernieuwend is dit boek ook vanwege het feit dat Unamuno hierin, net zoals de Italiaanse toneelschrijver Pirandello een aantal jaren na hem zou doen, de gebruikelijke relatie tussen romanpersonages, lezers en de schrijver volledig op zijn kop zet. In deze aanvankelijk wat oppervlakkig lijkende vertelling zal de actieve en oplettende lezer al vanaf het eerste begin een dreigende ondertoon bespeuren, een dreiging die op het einde zijn hoogtepunt bereikt, met essentiële vragen zoals: Wat is de zin van het menselijk bestaan? Beschikt de mens wel over zoiets als een vrije wil? En weten wij, mensen, wel met zekerheid dat wij echt bestaan? De wat dromerige en besluiteloze Augusto krijgt geleidelijk wat meer greep op het leven, vooral door zijn relatie met Eugenia, die echter verliefd is op een ander. Toch stemt zij uiteindelijk toe in een huwelijk met Augusto. Wanneer kort voor hun trouwdag blijkt dat Eugenia alleen maar misbruik van hem heeft gemaakt en hem in de steek laat, raakt Augusto in een diepe crisis en wil hij zelfmoord plegen. De schrijver zelf maakt hem echter duidelijk dat hij niet meer is dan een romanpersonage en niet over een eigen wil beschikt. Alleen het einde dat Unamuno voor hem bedacht heeft bepaalt uiteindelijk zijn lot.


Beschikbaar als