Doorgaan naar inhoud

Landsverordening administratieve rechtspraak Curaçao

Nadat reeds in 1997 in Aruba een Landsverordening administratieve
rechtspraak (LarAUA) was ingevoerd, is in 2001 ook in de voormalige
Nederlandse Antillen een Landsverordening administratieve rechtspraak
(LarNA) van kracht geworden. Met de invoering van deze verordening
is beoogd dat alle overheidsbeschikkingen door de
bestuursrechter kunnen worden getoetst op hun rechtmatigheid. Tot
de herstructurering van het Koninkrijk op 10 oktober 2010 was deze
laatste verordening van kracht op de eilanden Curaçao, Sint Maarten,
Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Vanaf die datum gold op Bonaire, Sint
Eustatius en Saba de Wet administratieve rechtspraak BES (WarBES),
die nog grotendeels overeenkwam met de LarNA. De Lar NA bleef tot
2015 in vrijwel ongewijzigde vorm in zowel Curaçao als in Sint
Maarten van kracht. In 2015 werd in Curaçao echter de LarCur op
onderdelen aangepast, zodat deze nu afwijkt van de variant die op
Sint Maarten van kracht is gebleven (LarSXM).
Uitgangspunt van dit artikelsgewijs commentaar is de LarCur. Waar
mogelijk en nodig wordt verwezen naar de corresponderende artikelen
in de LarAUA, LarSXM en WarBES. Tevens wordt veelvuldig verwezen
naar de corresponderende artikelen van de Nederlandse
Algemene wet bestuursrecht, die in hoge mate verwant is aan en als
voorbeeld heeft gediend voor de Larren en de WarBES.
Deze tweede druk van het artikelsgewijs commentaar is de opvolger
van het artikelsgewijs commentaar op de Landsverordening administratieve
rechtspraak Nederlandse Antillen en Aruba uit 2003. Twee
auteurs van de eerste druk hebben ook aan deze tweede druk meegewerkt:
prof. mr. L.J.J. Rogier, emeritus-hoogleraar Staats- en bestuursrecht
aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en bijzonder
hoogleraar aan de Universiteit van Curaçao, en mr. dr. J. Sybesma,
hoofd juridische afdeling van de Centrale Bank van Curaçao en Sint
Maarten. De derde auteur mr. M.E.B. de Haseth is werkzaam bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en in het kader
van een samenwerkingsproject tussen de Raad van State en het
Gemeenschappelijk Hof betrokken bij de juridische ondersteuning
van het bestuursrechtelijk Hof.