Doorgaan naar inhoud

Alfred Haighton


Alfred Haighton was de zoon van de Nederlandse miljonair Johannes Gerard Haighton en Louise Mathilde de Haas. De familie van vaderskant kwam oorspronkelijk uit Schotland. Het was een geslacht van kooplieden en officieren, dat ten slotte was terechtgekomen in Nederlands-Indië. De grootvader en vader van Alfred Haighton waren beiden daar geboren. Vandaar dat Alfred Haighton dit overzeese gebiedsdeel later als zijn tweede vaderland zou beschouwen. Zijn vader had in 1902 de N.V. De Eerste Nederlandsche Maatschappij tot Verzekering van Risico in Loterijen (kortweg Lotisico) opgericht, een soort kansspelverzekering waarmee hij puissant rijk werd. Zoon Alfred Haighton zat aanvankelijk op het Haagse Eerste Stedelijk Gymnasium, maar hij stopte al na het eerste jaar. In 1912 verliet hij de school, na te zijn afgewezen voor het tweede jaar. Door middel van privé-onderwijs trachtte hij zich vervolgens voor te bereiden op het staatsexamen, maar daarvan kwam het nooit.

Het gezin Haighton viel in 1915 uiteen. Alfred en zijn broer Willem bleven wonen bij hun moeder. In 1919 brak hij bij een val zijn linkerheup, als gevolg waarvan hij daarna enigszins mank liep. In datzelfde jaar overleed plotseling zijn vader. Hierdoor werd Alfred, als oudste zoon, geacht zijn vader in Lotisico op te volgen. Dit bekoorde Alfred echter matig, want in 1921 trad hij op eigen verzoek af. Hij werd commissaris van Lotisico. Vanaf dat moment richtte hij zijn leven in naar eigen wensen. Hij was immers financieel onafhankelijk. Zo kocht hij in de jaren 1922-1924 voor f 20.000 (omgerekend naar de waarde in 2005 is dit: € 120.000) het weekblad De Kunst en voor f 100.000 (waarde in 2005: € 615.000) de Leidse drukkerij Batteljee en Terpstra. In 1928 voegde hij voor f 20.000 (waarde in 2005: € 128.000) het literaire maandblad Nederland aan zijn artistieke imperium toe.

In diezelfde tijd maakte hij met zijn eerste echtgenote een wereldreis, die hem onder andere naar de Verenigde Staten bracht. Daar behaalde hij in 1926 de doctorstitel in de filosofie op een proefschrift over de Duitse filosoof Arthur Schopenhauer. Zijn proefschrift heette: Het Voluntarisme van Arthur Schopenhauer vergeleken met het energiebegrip der tegenwoordige Physica. Eind jaren twintig raakte hij gebrouilleerd met zijn broer, die de leiding over Lotisico had overgenomen. Deze strijd hield Alfred voortdurend bezig. Op 13 april 1943 overleed hij plotseling. Zijn angina pectoris was hem fataal geworden.

Bron: Wikipedia

Algemene informatie