Doorgaan naar inhoud

Martien J.G. de Jong


De Jong werd na Mulo, HBS en militaire dienst, journalist en weekendstudent aan de R.K. Leergangen te Tilburg. Hij behaalde in resp. 1952 en 1954 de akten Middelbaar Nederlands A en B en werd leraar in achtereenvolgens Breda, Tilburg en Terneuzen. Vanuit laatstgenoemde standplaats studeerde hij Germaanse Filologie aan de Rijksuniversiteit in Gent, waar hij in 1958 promoveerde op Willem Bilderdijks verborgen werkzaamheid als dramatisch dichter. Na een periode van wetenschappelijk onderzoek in Rome vestigde De Jong zich in 1961 in de Belgische stad Namen waar hij aan de Franstalige universiteit was benoemd tot hoogleraar.

De Jong richtte er de afdeling Nederlands op, waarvan hij de eerste directeur werd. Tot aan zijn emeritaat, in 1994, doceerde hij er Nederlandse en Vergelijkende Letterkunde en Algemene Literatuurwetenschap. Wegens zijn verdiensten voor onder meer de verbreiding van het Nederlands in Franstalig België werd hij benoemd tot Commandeur in de Kroonorde van België en tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

De Jong publiceerde talrijke wetenschappelijke artikelen in binnen- en buitenland en hij gaf voordrachten en colleges in de vijf continenten en in zes verschillende talen. Van 1969 tot 1980 redigeerde hij de door hem opgezette reeks Literaire Verkenningen en Nieuwe Literaire Verkenningen, waarin een twintigtal letterkundigen uit Nederland en Vlaanderen monografieën publiceerde over onderwerpen uit de oudere en moderne literatuur. Een overzicht van zijn werk tot en met 1993 staat in de door Elisabeth Leijnse, Christine Canart en Annick Capelle samengestelde bundel Over en van Martien J.G. de Jong. Een beknopte bibliografie met commentaar.

Bron: Wikipedia

Algemene informatie