Doorgaan naar inhoud

Paul Rodenko


In de oorlog werkte hij mee aan de illegale tijdschriften Maecenas (Den Haag) en Parade der Profeten (Utrecht). Door zijn essays en bloemlezingen over de experimentele poëzie in Nederland, ontstond een klimaat waarin de vernieuwende Beweging van Vijftig in de Nederlandse poëzie in steeds bredere kring werd geaccepteerd. Rodenko, die meteen na de oorlog enkele jaren in Parijs doorbracht, waar hij zich intensief met het surrealisme en het existentialisme bezighield, was zich al voor het optreden van de Vijftigers bewust van de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog op de literatuur. Zijn essays getuigen van een buitengewone eruditie; door zijn veelzijdige belezenheid en zelfstandige verwerking van de Europese poëzie in het algemeen, wist hij de vernieuwingen in de Nederlandse poëzie in de jaren vijftig moeiteloos te plaatsen in een breder Europees verband. Beroemd werden zijn beschouwingen over onder anderen Gerrit Achterberg en Hans Lodeizen. Ook zijn gedichten, in 1975 verzameld onder de titel Orensnijder tulpensnijder, zijn van een bijzondere intensiteit. Vertalingen uit het Russisch, Frans, Duits en Engels werden ook door hem verzorgd.

Rodenko ligt samen met zijn vrouw Jettie Rodenko-Schaper begraven op de Oosterbegraafplaats in Zutphen. Samen hadden ze een zoon en een dochter.

Bron: Wikipedia

Algemene informatie


Boeken van Paul Rodenko