Knipsels

In Wittgensteins nalatenschap werd tussen vele manuscripten en typoscripts een doos met knipsels ('Zettel') gevonden. De knipsels bevatten filosofische aforismen die uit verschillende typoscripts waren geknipt, sommige met handgeschreven verbeteringen en aanvullingen in de marge. De meeste knipsels waren met paperclips in bundeltjes geordend, sommige lagen los; er lag ook een inhoudsopgave voor een boek in de doos. Het leek dus om voorbereidingen voor een boek te gaan. Wittgensteins gebruikelijke manier van werken was namelijk de volgende: hij noteerde zijn gedachten bijna dagelijks in notitieboeken. (Van zulke manuscripten zijn er circa 8o bewaard gebleven.) Vervolgens dicteerde hij gedeelten uit deze manuscripten aan typisten. Deze typoscripts werden weer sterk bewerkt door bladzijden in stukken te knippen en de aforismen opnieuw te ordenen en te verbeteren. In het geheel zijn circa 45 typoscripts bewaard in de Nachlass.
In Knipsels kunnen we een blik op een tussenfase in dit proces werpen. Dit boek is een illustratie van wat Wittgenstein in zijn voorwoord tot de Filosofische onderzoekingen omschrijft als 'de aard van het onderzoek zelf- Dit dwingt ons namelijk een breed gebied van gedachten, kris kras, naar alle richtingen te door te reizen. - De filosofische opmerkingen in dit boek vormen als het ware een verzameling landschapsschetsen, die op die lange en ingewikkelde tochten zijn ontstaan'. Knipsels vormt een nieuwe tocht door een al eerder verkend landschap, waarbij dezelfde punten vanuit nieuwe richtingen worden bekeken.